HET PORTEFEUILLESYSTEEM
Financiële tussenkomst in de opleidingskosten
Opleidingen en bijscholingen van arbeiders uit de sector textielverzorging zijn noodzakelijk, maar niet goedkoop. Daarom krijgt de werkgever een tussenkomst in de opleidingskosten via de opleidingsportefeuille bij TFTC.
Doel van de opleidingsportefeuille
Iedere werkgever uit de sector textielverzorging kan jaarlijks (en gratis) een opleidingsportefeuille aanvragen bij TFTC.
Dit budget kan de werkgever gebruiken om een tegemoetkoming te krijgen voor opleidingen van arbeiders die behoren tot PC 110, met een maximale tussenkomst van 300 euro per arbeider per jaar.
Hiervoor dienen wel enkele afspraken gemaakt te worden en verwacht TFTC ook een opleidingsplan.
Welke opleidingen komen in aanmerking?
De opleidingsportefeuille geldt zowel voor interne als externe opleidingen.
Interne opleidingen worden gegeven door het eigen personeel van het bedrijf en worden vergoed tegen 15 euro per arbeider per uur met een maximum van 10 uur per jaar.
Voor externe opleidingen, die eveneens in het bedrijf zelf kunnen gegeven worden (maar door een externe opleider, een machineleverancier,…) bedraagt de vergoeding 30 euro per arbeider per uur met een maximum van 10 uur per jaar.
Interne en externe opleidingen kunnen gecombineerd worden, maar niet gecumuleerd. De maximale tussenkomst bedraagt 300 euro/arbeider/jaar.
Volgende kosten komen niet in aanmerking voor een financiële tussenkomst:
- de loonkost van de deelnemers aan de opleiding
- de verplaatsingsonkosten van de deelnemers
- kosten voor infrastructuur, locatie en catering
Voorwaarde om een financiële tussenkomst te krijgen:
Voor iedere opleiding (intern en extern) moet elke deelnemer een evaluatieformulier invullen, dateren en ondertekenen. Onvolledige formulieren komen niet in aanmerking voor vergoeding. Voor een externe opleiding heeft TFTC nog iets extra nodig: een kopie van de factuur van de opleidingsverstrekker met daarop de namen van de deelnemers aan de opleiding.
De correcte documenten kan u vinden bij Formulieren
De portefeuille strategie
1 januari 2023
De portefeuille strategie die in overleg met de sociale partners werd overeengekomen en vastgelegd, bepaalt dat de looptijd van een werkjaar voor iedereen wordt vastgelegd van 1 januari tot en met 31 december.
Als gevolg van de nieuwe arbeidsdeal (gepubliceerd op 9 november 2022) moet het opleidingsplan voor 31 maart van het huidige werkjaar ingediend en goedgekeurd worden. Om de uniformiteit te garanderen maakt TFTC geen onderscheid op het vlak van aantal werknemers.
De regelgeving rond de arbeidsdeal kan u hier raadplegen: Arbeidsdeal: publicatie van de maatregelen | Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg (belgie.be)
HET SYSTEEM EN DE AFSPRAKEN
1. Om aanspraak te kunnen maken op de steun van het Gemeenschappelijk Fonds moet het bedrijf bij de start van het nieuwe portefeuillejaar het AFSPRAKENBLAD ingevuld en ondertekend hebben. Een nieuwe onderneming moet ook de gegevens in verband met de werkgelegenheid op de BEDRIJFSFOTO hebben ingevuld. De ondertekening van het afsprakenblad gebeurt door de zaakvoerder en een ervaren (trouwe) arbeider. Zolang dat niet gebeurd is, dient TFTC bij de stuurgroep geen aanvraag in. Dit moet gebeuren voor 31 maart van het huidige werkjaar.
2. De grote bedrijven met een ondernemingsraad dienen geen afsprakenblad in te vullen, maar moeten bij aanvang van een nieuw portefeuillejaar wel het schriftelijk bewijs leveren (met handtekeningen) dat de steun van het Gemeenschappelijk Fonds en het opleidingsplan van dat bedrijf tijdens een ondernemingsraad werden toegelicht en goedgekeurd. Een getekende kopie van de NOTULEN van die vergadering is noodzakelijk. Is er geen ondernemingsraad in dit soort bedrijf, dan dient de syndicale delegatie ingelicht te worden.
Wie moet het afsprakenblad tekenen namens de werknemers?
- als er een ondernemingsraad is, tekenen de afgevaardigden in deze ondernemingsraad en ontvangt TFTC een kopie van de notulen
- als er een syndicale delegatie is, of een comité, of een syndicaal verkozene, dan is dat de persoon die mee moet tekenen
- in alle andere gevallen tekent er iemand vanop de werkvloer, iemand die tot het PC 110 behoort. Zijn/haar functie wordt eveneens vermeld bij zijn/haar naam.
3. Voor bedrijven die de laatste twee jaar veel meer budget hebben aangevraagd dan ze effectief hebben opgebruikt, wordt het budget voor het daaropvolgende werkjaar bepaald op basis van de laatste afrekening. Deze wordt met 25% verhoogd en dat wordt het nieuwe budget. Van deze stelregel kan worden afgeweken indien de onderneming bewijst dat ze in het nieuwe werkjaar sterk gaat investeren in opleidingen en dit na bespreking met TFTC.
4. Het opleidingsplan dat bij het begin van een werkjaar wordt opgesteld, is NIET limitatief. Het kan altijd uitgebreid worden mits goedkeuring door de stuurgroep en indien – door omstandigheden – bepaalde opleidingen niet kunnen doorgaan, is dat geen reden tot vermindering van het budget of verwerping van de aanvraag.
5. De budgetaanvraag van elke onderneming wordt door TFTC naar de leden van de stuurgroep en naar de bedrijfsleider gestuurd en dit minimaal 7 werkdagen voor de volgende vergadering.
6. Bij twijfel rond de budgetaanvraag kan de stuurgroep aan TFTC vragen om bijkomende inlichtingen te verzamelen in het bedrijf via een gesprek met de bedrijfsleider en/of de werknemer die mee getekend heeft op het afsprakenblad. De aanvraag komt dan op de agenda van de volgende vergadering van de stuurgroep.
7. Voor de afrekening van de opleidingsinspanningen is het een absolute vereiste om van elke deelnemer/arbeider aan elke opleiding een ingevuld en ondertekend evaluatieblad te krijgen. In principe wordt het standaardformulier van TFTC gebruikt. Ondernemingen die in het kader van ISO-certificering (of andere) zelf reeds een evaluatieblad gebruiken, kunnen dit verder doen mits duidelijke afspraken met TFTC zodat iedere onderneming quasi op dezelfde manier in zijn geheel kan geëvalueerd worden. Opleidingen die gratis worden georganiseerd, worden niet opgenomen in de portefeuille voor vergoeding, maar de uren worden wel geregistreerd in functie van de arbeidsdeal.
De ingevulde en getekende evaluatieformulieren mogen digitaal aan TFTC bezorgd worden, op voorwaarde dat de onderneming de originele, papieren exemplaren zelf bewaart gedurende een periode van 3 jaar.
8. Om de stand van zaken in het budget netjes te kunnen opvolgen, vraagt TFTC om trimestrieel alle beschikbare evaluatieformulieren te ontvangen. Onvoorwaardelijk moet TFTC op 1 november gegevens over het lopende werkjaar hebben. Dit is belangrijk om te controleren of het voorziene budget zal volstaan want het is ook de laatste periode waarin TFTC nog een eventuele budgetverhoging kan aanvragen. Indien TFTC alle evaluatieformulieren slechts ontvangt op het einde van het werkjaar en het afgesproken budget op die manier overschreden wordt, zal TFTC enkel dat afgesproken budget uitbetalen. Een overzicht van de toestand kan steeds bij TFTC opgevraagd worden.
9. Op het einde van het werkjaar kan TFTC vragen om een kort evaluatiegesprek te voeren met de bedrijfsleider en/of enkele werknemers om een duidelijk beeld te krijgen van de waarde van de geleverde inspanningen en om te luisteren naar opleidingsvragen van werknemers. Omdat dit wellicht enige voorbereiding vraagt, zal TFTC de bedrijven tijdig inlichten en toestemming vragen voor dat bezoekje.
Voor vragen rond en de opstart van een opleidingsportefeuille, neem contact op met Kathrin Callewaert via info@train4texcare.be of tel. 02/463 19 50